Toen ik in 1990 meeging, met een vriend, naar het Grafisch Centrum, begon ik als cursist Typografie en kreeg ik les van Gerard Bolman en Feike Boorsma. De cursus heette: “Drukken en Zetten”. Feike zei: ”Ik leer je hoe het moet en wat je ermee doet, moet je zelf weten”.
We zaten met zes mensen op de cursus en we hadden een fijne groep en ik heb met sommigen nog contact. Het is fijn om een oude ambacht te leren, zoals toen de kranten gedrukt werden met losse letters. We kregen indertijd een hoop letters erbij van Wolters Noordhof en van de van Mesdagkliniek.
Na 5 jaar de cursus te hebben gevolgd, ben ik vrijwerker geworden. Op de meeste maandagen ben ik een gedeelte van de dag te vinden in het GCG waar ik aan mijn boekjes werk, aan het zetten ben of achter de pers sta om alles te drukken. Ik ontmoet hier ook allerlei mensen die grafiek maken, zoals een zeefdrukker en lithograaf. Het is fijn dat de kunstenaars en amateurs door elkaar hun werk maken. Ik vind het fijn om creatief bezig te zijn, iets te bedenken en uit te werken.
In het begin maakte ik veel Ex Libris en tot nu toe heb ik 89 st Ex Libris ontworpen en gedrukt. Ik ontwerp ze zelf, maar ook in opdracht van mensen. Ook maak ik ze voor mijn familie. Natuurlijk maak ik ook Kerstkaarten en Koppermaandagprentjes, maar ik ben gegrepen door het maken en bedrukken van vouwboekjes. Het vouwen heb ik geleerd van een boekbinder op een beurs en ondertussen heb ik al veel vouwboekjes gemaakt. Op dit moment ben ik bezig met een boekje met een gedicht van Werkman op een affiche van de Werkman opera die opgenomen is in 1995. Dit klankgedicht staat onder de oosterbrug in Groningen. Ik heb hiervoor een aantal affiches gekocht. Die tekst heb ik in het vouwboekje gedrukt daarna gevouwen en ik moet er nog een omslag voor maken. Het is een mooi project.